St. Agnetenweg 82

 

Dit pand werd in 1924 gebouwd door Grad Akkers. Deze had een schoenmakerij en zijn vrouw dreef een kruideniersbedrijf (geen melk en brood). In 1945 stierf Grad Akkers, hij werd 52 jaar. Zijn zoon Theo nam de schoenmakerij over tot ongeveer 1960, en rond 1970 sluit het kruideniersbedrijf.Na een verbouwing gaat zoon Wim in het voorste deel wonen, de andere familieleden bewonen het achterste deel. In 1980 stierf moeder Akkers, zij werd 82 jaar.

DE LOCATIE

In 1922 kocht G.Akkers van de heer Wellen wonend aan de Dorpstraat 129 Neerbosch een bouwperceel naast het huis van Wellen. Op 26 juni 1924 kreeg G.Akkers de bouwvergunning van B&W. Hij liet het woonhuis bouwen door aannemer Th.J.Lemmers uit Hatert. Het woonhuis is dus gebouwd aan de Dorpstraat 131. Bij het uitbreidingsplan Lindenholt werd de straatnaam veranderd in St Agnetenweg en het huisnummer 82.

 

Het huis is nog net gebouwd voordat het Maas-Waalkanaal gegraven was (1926), Men kon toen gelijkvloers naar de Dorpstraat, de Kerkstraat en de Dennenstraat, straten die nu aan de ‘Neerbosche’ kant van het kanaal liggen. In die straten lagen ook de voorzieningen voor de bewoners van Neerbosch waaronder de kerk aan de Dennenstraat en de scholen aan de Dorp- en Dennenstraat. Het doorgaande verkeer reed vanaf de Dorpstraat, nu St. Agnetenweg, via de Zwanenstraat naar de Teersdijk. Dit was destijds dé grote en drukke verbindingsweg tussen Nijmegen en Grave. Toen in 1926 het Maas-Waalkanaal werd geopend met de nieuwe Graafseweg van centrum Nijmegen naar Grave werd de Dorpstraat/St.Agnetenweg verkeersluw. Na de bouw van de Kampwijken is de St.Agnetenweg weer een drukkere doorgaande weg geworden voor het afwikkelen van het plaatselijke verkeer uit de Kluijs- Geer-, Hoef, Gilde- en Wellenkamp en de verbinding voor het openbaar vervoer met Centrum Nijmegen, Dukenburg en Beuningen

.

HET HUIS

De bouwstijl van het pand is typerend voor de buitengebieden van Nijmegen. Het woonhuis heeft een mansardedak, een dak waarvan het onderste gedeelte zeer stijl is en het bovenste gedeelte licht hellend. Het pand werd, evenals de andere bebouwing aan deze straatzijde met de korte voorgevel aan de straat gebouwd. De voordeur werd in het midden van de voorgevel geplaatst. Daardoor kreeg de voorgevel symmetrisch aanzicht. Achter de voordeur was een korte gang met zowel aan de linker- en de rechterkant kleine kamers van ongeveer 10 m2. Daarachter lag over de gehele breedte de woonkamer annex keuken van ongeveer 28 m2. In het achterhuis beneden was tevens de ouderslaapkamer en de werkplaats/berging gesitueerd. De bovenverdieping was eenvoudig ingericht. Recht boven de beide voorkamers lagen twee slaapkamers. Daarachter was een grote zolder.

 

Op 29 september 1936 kreeg de heer Akkers een bouwvergunning om het linker-voorkozijn te vervangen door een groter kozijn. Hierdoor is de symmetrie van de voorgevel verdwenen.  Dit is de enige verbouwing aan de buitenzijde van het huis geweest.

 

 

BEWONING

Achter de voordeur In het voorhuis was een korte gang met aan weerszijden een (woon)kamer. De linker-voorkamer zou gebruikt gaan worden als kruidenierswinkel, de rechter-voorkamer was de zogenaamde ‘beste kamer’, die slechts gebruikt werd als de pastoor of een ander voorname persoon op bezoek kwam. De over de gehele breedte van het huis gelegen kamer werd door het gezin gebruikt als woonkamer/keuken. Tevens werd daarin een schoenmakerij gevestigd. Achter de woonkamer was aan de rechterzijde de ouderslaapkamer en aan de linkerzijde een bergplaats. Boven het voorhuis waren, zoals dat in die tijd gebruikelijk was, twee grote slaapkamers. Verder was er slechts een grote open zolder zonder verdere indeling.

G.Akkers overleed aan het eind van de oorlog, 1944 op 52 jarige leeftijd aan hersenvliesontsteking. Na overlijden van mevrouw B. Akkers bleven drie van kinderen, Jan, Theo en Wim met zijn gezin in het huis wonen. Door de veranderde gezinssamenstelling is in de loop van de daarop volgende jaren voornamelijk het woonhuis boven aangepast aan de bewoning en de eisen van de moderne tijd.

MIDDELEN VAN BESTAAN

De familie Akkers vestigde in de linker-voorkamer een kruidenierswinkeltje. Er werd geen brood, melk en groenten verkocht. Geen brood omdat er in dit deel van Neerbosch ook twee bakkerijen waren, namelijk de winkels van Tromp en van van Boxtel, die ook overigens ook kruidenierswaren verkochten. Geen melk omdat er een zelfstandige melkboer was en geen groente omdat de meeste mensen die zelf verbouwden.

De kruidenierswinkel werd gerund door mevrouw Akkers waarbij de kinderen zo veel als nodig bijsprongen om te helpen. Al deze kleine winkels verdwenen met de opkomst van de grotere levensmiddelenzaken en supermarkten.

De schoenmakerij werd gerund door vader en na diens overlijden nog even door een ingehuurde knecht. Ook deze bedrijvigheid werd door de stijging van de welvaart en economische ontwikkelingen al snel beëindigd.

De kinderen zijn wel opgegroeid met de dagelijkse arbeid van hun ouders. Als herinnering aan het bedrijf van vader staat in de achterkamer nog steeds de zware Singer schoenmakers-naaimachine.

 

Translate »